Dit artikel verscheen eerst in Knack op 19/6/2019
Er is plots heel wat te doen over de negatieve gevolgen van meditatie. Op VRT.be, in The Guardian en zowaar zelfs in de Metro lezen we dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is in meditatieland.
Meditatieland reageert daar af en toe wat defensief op. Ik ben sinds dertig jaar boeddhist, waarvan een kleine twintig als monnik. Vandaag geef ik meditatielessen en heb zonet mijn zesde boek erover geschreven. Eerlijk gezegd ben ik maar wat blij dat de kritiek eindelijk losbarst. Het toont dat meditatie eindelijk echt tot onze wereld begint te horen. Dat het eindelijk ernstig genoeg genomen wordtom ernstig onderzocht en ernstig bekritiseerd te worden. Defensief reageren is ongepast. Er valt wat te leren, en dat hoort ons, mediteerders, te interesseren.
Er zijn grofweg twee soorten bekommernissen in de recente mediastorm: medische en morele. De medische gaan over onaangename gevolgen van intense meditatie waaraan de enthousiaste mediteerder zich niet verwachtte: pijnlijke knieën, hevige emotionele opwellingen, verwarring bij imploderende denkbeelden, of de teleurstellingen dat meditatieleraren ook maar mensen zijn, ook al hangen ze graag de volmaakte goeroe uit. Hoe daarop te reageren is - ondanks simpele slogans als 'aanvaarden', 'loslaten' en 'gewoon mild zijn' - nooit een eenvoudige zaak. Alleen dat al kan ontwrichtend zijn voor wie (terecht) hoopt dat meditatie een geweldig positieve impact op zijn leven kan hebben.
Je kunt dat de mensen eventueel zelf verwijten: 'Wat hadden ze ook verwacht, zeg? Dat het een magische techniek was die alles zonder enige moeite oplost?' Maar dergelijke sprookjes werden niet door die mensen zelfbedacht. Zowel postmoderne workshopmiddens als traditionele contexten verkopen meditatie als een weg van vrede en gemak.
Geen tripje in het paradijs
Elders heb ik dat 'de aaicultuur' genoemd: een spirituele wellnesswereld die 'hier en nu zijn' als een tripje in het paradijs presenteert, ver weg van alle streven en stress van de professionele graaicultuur. Maar doen alsof meditatie een wonderland is waarin niets fout kan lopen, is riskant bedrog. Niet alleen gehaaide goeroes en fundamentalistische gelovigen bezondigen zich eraan. Ook goed bedoelende dilettanten die zelf nog maar hooguit een paar jaar op een zitkussen zitten en niet eens weten wat er allemaal op kan gebeuren. Meditatie bestaat. In onze wereld. En we doen het met onze geest en ons lichaam. En dus is het - zoals alles in onze wereld, ons lichaam en onze geest - een erg complexe affaire. Wat de inspirerende slogans ook kunnen doen geloven.
Grotere medische bekommernissen zijn pathologische effecten: angststoornissen, psychosen, zelfdodingen ... Gelukkig komen die veel minder vaak voor, maar ze zijn er en ze zijn telkens verschrikkelijk om mee te maken. Ook voor de meest doorwinterde begeleider is het geen eenvoudige zaak om die dingen te zien aankomen. Dus als een Leuvens wetenschapper aankondigt dat hij dit aspect beter wil bestuderen, kunnen we dat alleen maar toejuichen. Niet dat ik meteen verwacht dat dit tot 100 procent zekerheid kan leiden over wie wel en wie niet mag mediteren, maar alle hulp kan baten.
Want als meditatiebegeleider hebik in alle eerlijkheid weinig meer dan mijn gut feeling tot mijn beschikking en de duidelijke waarschuwing aan het adres van deelnemers: 'Als je door je meditatie begint raar te doen, stop je best meteen. Ook als je denkt dat je zonet een mystieke ervaring hebt gehad. Raar worden is hoogstwaarschijnlijk een teken dat er iets heel anders aan de hand is.' Die down-to-earth boodschap kan niet duidelijk en vaak genoeg herhaald worden.
McMindfulness
Ten tweede zijner de morele bezwaren. Die vind je al wel langer terug in linkse kranten zoals The Guardian. Ze hebben een ideologische onderbouw: het verzet tegen het heersende neoliberale mens- en wereldbeeld. In die context valt het scheldwoord 'McMindfulness' wel vaker: bedrijfsmeditatie om overwerkte en onbetaalde werknemers het wat langer te laten volhouden. Last ervaren is een individuele zaak die je individueel moet oplossen. De neoliberale ideologie ziet ons als losse individuen die in het beste geval allemaal hun eigenbelang najagen. Ondanks alle goede bedoelingen, luidt de kritiek, doen mediteerders hetzelfde: ze houden hun eigen stresslevels op een leefbaal peil en denken dat daarmee alles is opgelost. Gevoelens van onlust over systemische en structurele wantoestanden worden geneutraliseerd in een wellnessmoment. Het voelt op het meditatiekussen misschien als een deugddoende oplossing maar het is een vorm van collaboratie.
Ook voor die kritiek valt wat te zeggen. Meditatie wordt inderdaad vaak gepromoot als een tool om nog meer een glanzend en succesvol individu te zijn dat in de maalstroom van het leven toch helemaal 'zen' blijft. De beoogde bevrijding wordt zo goed als altijd uitgedrukt in termen van het spectaculair aangenamer hoogstpersoonlijk levensgevoel. De omgeving is maar een decor voor het individuele geluk. Wie nog gespannen is, moet iets meer mediteren, om zelf meer zen te zijn. Tegenover systemisch onrecht of structurele wantoestanden wordt in die optiek vooral blindheid beoefend.
Maar mediteren kan ook anders. Met name het heiligenhuisje van Aanvaarding als fundament van de bevrijde geestestoestand mag er wat mij betreft aan geloven. Alsof meditatie niets anders is dan aanvaarden, alsof aanvaarden meteen leidt tot een bevrijdend levensgevoel, en alsof jouw eigen bevrijdend levensgevoel het alfa en het omega van het goede leven is. Hoe moeilijk dat vandaag misschien ook te verkopen is: in het beste geval is meditatie een onderdeel van een activistisch leven dat zich in de eerst plaats inzet voor een betere wereld.
Alleen op het zitkussen zelf toont zich dat. Stilzitten is niet zomaar wat zitten aanvaarden. Het is een subtiele cocktail van aanvaarding en verzet. Je weerstaat bijvoorbeeld aan de verleiding om te bewegen, om fijne ervaringen vast te houden en om onaangename ervaring weg te duwen. Dat zijn al drie vormen van verzet. Waarom doe je dat? Om beter te kunnen aanvaarden wat er gebeurt. Zo kun je beter zien wat er hier en nu in je speelt. Dat levert een heleboel informatie op van hoe je je in het dagelijkse leven gedraagt. Informatie die je doorgaans niet ziet, omdat je niet zoveel tijd neemt om ze in hun naakte realiteit te bekijken. Maar ook die aanvaarding staat weer in teken van verzet: het is wel degelijk de bedoeling om anders en beter in je vel te zitten, om anders in interactie te gaan met de omgeving, om losser te zitten in je vooroordelen en blinde gewoontes zodat jij en je omgeving er minder het slachtoffer van worden.
Dat is heel wat anders dan zitten in volledige aanvaarding om te ontwaken tot de diepe waarheid dat alles eigenlijk goed is, en dat alles wel vanzelf op zijn tijd in orde zal komen. Dat is geen meditatie. Dat is consumptie van aaiculturele zelfbegoocheling.
Meditatie hoort tot onze wereld. Dat is een heuglijk feit. En historisch misschien wel van groot belang. Maar het zal pas echt van tel worden als onze wereld ook tot onze meditatie behoort. Als we ons niet opsluiten in een spirituele wellness-bubbel waarin we ons kunnen overtuigen tot een diepe authentieke waarheid te zijn doorgestoten. Meditatie zou ons kunnen helpen om te durven recht te staan, zo zen als mogelijk, in een wereld waarin hier en nu ontzettend veel fout loopt en die onze hulp hier en nu kan gebruiken. Niet louter als individu. Maar ook als georganiseerde bewegingen, als gemeenschap. Toen ik begon te mediteren wilde ik een verlicht wezen worden. Vandaag mediteer ik om beter van dienst te zijn aan mijn omgeving, mijn land en mijn wereld.