29 januari
Case
Keizer Wu van Liang vroeg aan Bodhidharma: “Ik heb talloze tempels laten bouwen en teksten laten vertalen. Wat zijn mijn verdiensten?”
Bodhidharma zei: “Geen verdiensten.”
(Shoyoroku)
Kort
Natuurlijk hebben onze daden gevolgen. Maar een al te berekenende geest schiet zichzelf in de voet.
Iets langer
Dit is het begin van een beroemd (en zo goed als zeker legendarisch) gesprek tussen de Chinese keizer Wu en Bodhidharma, de Indiase boeddhistische leraar die wordt gezien als de eerste zenleraar. Het gesprek zou zich hebben afgespeeld in de zesde eeuw, toen het boeddhisme al enkele eeuwen in China beoefend werd. Keizer Wu had er overduidelijk sympathie voor. Hij had gehoord over karma, en over hoe goede daden doen goede 'verdiensten' oplevert. Dus ontpopte hij zich als mecenas van het boeddhisme. Aangezien er zonder geld niet gekookt kan worden, was die steun inderdaad ook echt van groot belang. Het voortbestaan van het boeddhisme heeft al-tijd afgehangen van materiële steun vanuit de maatschappij.
Dus toen Bodhidharma, een gereputeerd Indiaas boeddhistische leraar, aan zijn hof verscheen, wilde Wu weten of hij het wel goed deed. Maar helemaal eerlijk was hij niet in zijn vraag. Er was iets ingeslopen dat mecenassen wel meer overkomt: hij wilde voornamelijk in de bloemetjes gezet worden. Hij wilde officieel geëerd worden als een groot beoefenaar, die de essentie van het boeddhisme had begrepen.
Wat doe je daarmee? Kies je voor de veilige weg en zeg je: "Natuurlijk, beste geldschieter, u snapt het inderdaad heel goed. Uw versdiensten zijn eindeloos groot!" Dat zou diplomatisch zijn. Of op zijn minst pragmatisch. Maar Bodhidharma is uit een ander hout gesneden. Hij schopt de keizer van zijn roze wolk, en legt meteen de vinger op de wonde. Als je in de zen zit te polsen naar 'returns on investment', verlies je meteen alle verdiensten. Echte vrijgevigheid kan bevrijdend zijn, maar berekende vrijgevigheid houdt in de knel. Zen is nog wat anders dan een koehandel.
Met zijn korte en botte antwoord daagt Bodhidharma uit om verder te kijken dan de jacht op verdiensten en resultaten voor zichzelf. Dat is radicaal. En aartsmoeilijk. Misschien zelfs onmogelijk. Want want vanzelfsprekend verwachten we iets van onze praktijk. En terecht ook. Maar de ironie is dat, hoe meer je je hecht aan de resultaten, des te zwakker ze zullen zijn. Echte zen begint pas daar waar de verdiensten voor jezelf overstegen worden.
De rest van dit gesprek bespreek ik de volgende dagen.
Voor de hele reeks, klik hier.