23 januari
Case
Een leerling vroeg: “Zeggen de Chinese meesters hetzelfde als de Indiase teksten, of zeggen ze wat anders?”
Meester Baling antwoordde: “Als kippen de koude voelen, trekken ze de bomen in. Als eenden het koud hebben, gaan ze het water in.”
Kort
Vroeg of laat kom je tot de conclusie: het boeddhisme bestaat niet. En ook dat is niet waar.
Iets langer
Af en toe hoor je de vraag of dat 'oosterse' boeddhisme wel bij het moderne westen past. Afgaande op het bovenstaande gesprek is dat blijkbaar al een heel oude vraag. Baling leefde in de negende of tiende eeuw in China. De Boeddha leefde in de zesde of vijfde eeuw voor onze jaartelling in India. Tussen die twee liggen vijftien eeuwen. Ter vergelijking: als wij vandaag even ver in de tijd terug gaan, zijn de Vikingen hier nog aan het binnenvallen. Ook cultureel verschilden India en China sterk van elkaar. Even sterk als wij van hen. Dus is het niet zo vreemd dat de leerling van Baling zich afvroeg of de Indiase boeddhistische teksten en de Chinese zenmeesters eigenlijk wel iets met elkaar te maken hadden.
Baling antwoordt niet met ja of nee. In zekere zin ontwijkt hij de vraag. Voor hem is de grote kwestie niet wat het boeddhisme is, maar welke rol het in ons leven kan hebben. Indiërs maakten een Indiaas boeddhisme. Chinezen een Chinees boeddhisme. En beoefenen het vanuit alweer een heel andere context. Of we nu heel traditioneel proberen te zijn, of eerder experimenteel: onze zen zal anders zijn, maar daarom niet minder zen. Dat betekent niet dat de oude bronnen zinloos zijn voor ons. Het betekent dat ze ons wat anders zullen leren dan de bomen intrekken of het water induiken.
Voor de hele reeks: hier.